Op stokjes gebakken (proenen)

Op stokjes gebakken (proenen)
Oud aardewerk werd op stokjes (proenen) gebakken en hebben altijd 3 proen-merken aan de onderkant, 3 puntjes of streepjes op de plaats waar de stokjes hadden gezeten.

Het aardewerk werd in ovens gebakken die over het algemeen niet groter waren dan een kubieke meter. Deze ovens werden dicht gemetseld en gestookt op takkenbossen. Dit proces duurde een week.

Om ze veel mogelijk aardewerk tegelijkertijd te bakken werd er gebruik gemaakt van stokjes. Deze stokjes zorgde ervoor de objecten elkaar niet raakten zodat het glazuur niet zou beschadigen en de objecten niet zouden versmelten met elkaar.
Na het bakproces werden de stokjes van de objecten afgebroken. Dit liet kleine beschadigingen achter op de onderkant, de 3 proen-merken.